Taaldenken / Beelddenken


Onze maatschappij is een taalmaatschappij. Het verbale denken is noodzakelijk voor succes. Veel komt via spreektaal bij ons binnen en luisteren is dus heel belangrijk. Die taal komt in stukjes binnen, terwijl een beelddenker juist graag eerst het grote geheel wilt leren kennen, alvorens de kleine stappen te kunnen waarnemen. Voor een beelddenker moet taal worden omgezet in een beeld, daarna moet er een antwoord worden verzonnen dat weer omgezet moet worden in taal. Dat kost tijd. Beelddenkers voelen zich vaak onbegrepen. Faalangst ligt op de loer.


Het Nederlandse onderwijs richt zich voornamelijk op het taaldenkende kind. Dat is immers voor 95% van de leerlingen voldoende. De meeste leerstof wordt verbaal aangeboden en de lesstof is op volgorde gerangschikt met veel details. Voor een beelddenker is het belangrijk om leerstof vanuit het geheel te benaderen om verbanden te kunnen leggen. 

 








M.a.w. leerstof, maar vooral de manier van lesgeven, sluit niet aan bij de beelddenkers. Zij kunnen daardoor onrustig worden, ongeconcentreerd zijn, gaan wiebelen, zich vervelen en snel afgeleid zijn. Dit wordt nog al eens verkeerd geïnterpreteerd in termen van ADHD, ADD, dyslexie, etc. 

Het gevolg is: uitval op school (terwijl deze kinderen later in de maatschappij wel goed slagen).  

Bekijk onderstaande film: