2 Studietijd 06 januari 2015Hoe meer ik met het fenomeen beelddenken te maken krijg, hoe meer ik terug ga spitten in mijn eigen verleden. De herkenbaarheid is groot en het lijkt alsof er steeds meer laadjes kunnen worden geopend en geanalyseerd.Naar mijn idee doorliep ik de toenmalige lagere school als een normale leerling: niet groots, maar ook niet doorspekt met dieptepunten. Mijn gemiddelde cijfers zullen zo rond de 7 hebben gelegen. Ik heb wel altijd een voorkeur gehad voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, tekenen en handvaardigheid. Ik kon daar al heel vroeg mij ei in kwijt en deed menig leerkracht versteld staan van mijn creatieve inslag. Mijn EindCITO was dan ook ruim voldoende om naar de HAVO te kunnen.En daar begon eigenlijk meteen ook al de ellende: ik was niet in staat om te "leren". Had ik op de lagere school nog kunnen teren op mijn gave als beelddenker, nu kwam het aan op luisteren, plannen, voorbereiden, reproduceren van letterlijke teksten en het behalen van goede cijfers. Dat kon ik allemaal niet. Mijn vriendje kon dat wel en iedere keer als hij bij mij thuis kwam vroeg hij fijntjes wat mijn cijfers waren voor de proefwerken, waarna er een zeer ongezellige sfeer aan tafel ontstond (dat was trouwens maar een hele korte vriendschap; mijn doortasttende moeder zette hem na enkele van dit soort akkefietjes de deur uit). Mijn rapporten waren voornamelijk rood gekleurd, zelfs voor de zaakvakken. Behalve voor tekenen, handvaardigheid, muziek en lichamelijke opvoeding.Huiswerk maken was een crime en de leraren zagen mij vaak buiten voetballen (nadeel van tegenover de school wonen). Zij wijden mijn slechte cijfers aan mijn liefde voor de bal. Ik begon faalangstig te worden met als slotsom dat ik uiteindelijk het eerste jaar heb moeten overdoen.Extra studiebegeleiding, het rijpen van een jaar en het ouder worden hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat ik na 6 jaar hangen en wurgen de HAVO met goed gevolg heb kunnen afronden om daarna naar de Pedagogische Academie te kunnen.De vraag rijst nu of dat allemaal nodig was geweest? Met de wetenschap van toen is het een leerproces. Met de wetenschap van nu een zeer onnodige zaak. Onderwijs dient zich, in het kader van passend onderwijs, bewust te zijn van de individuele kwaliteiten van haar leerlingen. Beelddenken is daar één van. Nu inspelen op die kwaliteiten kan veel ellende voortkomen.En voor mij: "door schade en schande wordt men wijs!" En laat mij anderen nu maar helpen in het voorkomen van schade en schande! |