012 Je kunt niet groeien als je vasthoudt aan angst


Pasen 2021 is anders verlopen als menigeen verwacht zal hebben: in plaats van zonneschijn en een heerlijk warme temperatuur speelden windvlagen en sneeuwstormen een prominente rol. Het was meer weer dat je met Kerstmis zou verwachten, dan in het voorjaar. En natuurlijk kun je daar mooie spreuken als ‘april doet wat ie wil’ op los laten, maar het is en blijft vreemd. Ik merk dat ik er onrustig van word: ik wil naar buiten, wandelen in de natuur, de zon op mijn hoofd en schouder voelen branden. In tegenstelling blijf ik deze dagen binnen en laat de televisie mij vermaken. Ik mijmer en denk terug aan de prachtige dagen eerder in deze week waar de temperatuur een trotse zesentwintig graden aan tikte. Er zit kou in de lucht en ik ben er voor enkele maanden wel klaar mee. 

In de Nederlandse politiek is de kou ook voelbaar. De achterdocht en het vertrouwen is ver te zoeken. Als oud burgercommissielid ben ik zeer geïnteresseerd in het wel en wee binnen de politiek en kan genieten van de partijpolitieke spelletjes. Tot op zekere hoogte; daar waar de spelletjes omslaan in bedrog en leugens merk ik dat ik steeds heftiger word in mijn denken en kan ik mij moeizaam bedwingen mijn mening te uiten, al is het richting de televisie in een omgeving waarin niemand mij hoort of mij van repliek kan dienen.

Zo zat ik afgelopen donderdag al om 10.00 uur voor de televisie voor de voorbeschouwingen van het aanstaande debat over de ‘Pieter Omtzigt-affaire’, om te ervaren dat ik nog uren moest wachten voor het uiteindelijk om 13.30 kon beginnen. Het beloofde vuurwerk werd al na vijf minuten ontstoken. Groot was mijn verbazing toen de grote leider van ons land in zijn betoog liet blijken nergens vanaf te weten, geen actieve herinnering had en zijn straatje meende schoon te moeten vegen. Met uiterste verbazing en vaak ingehouden woede heb ik tot vrijdagmorgen 03.30 uur de zaken gevolgd. Wat een onrecht werd hier aangedaan, niet enkel aan de man in kwestie zelf, maar er werd weldegelijk geschuurd langs de wetmatigheden van de Nederlandse rechtstaat (is mijn mening). En daar kan ik niet tegen. Als rechtschapen man die niet tegen rechtsongelijkheid kan heb ik me op zitten vreten, toen een breedlachende premier, diep in een teleurstellende nacht, uiteindelijk voor de camera’s verscheen met een air van: “Ik ben er weer heelhuids vanaf gekomen”. Ik heb het niet op deze man, die keer op keer het recht aan zijn laars lapt (en dan noem ik de Toeslagenaffaire als hoogste dieptepunt), de macht van de partijpolitiek van eigen gewin eerst, het verdoezelen van feiten en het uitsluiten van tijgers die de waarheid boven tafel willen hebben (de eerste en enige taak van onze volksvertegenwoordiging). Ik heb angst, angst voor een toekomst van nog eens vier jaar onder deze omstandigheden. Men belijdt verandering, maar men doet een plas en alles blijft zoals het was. Zo bleek ook gisteren bij het debat over de aanstelling van een informateur. De vrijages spatten van het beeld en de achterkamertjespolitiek lijkt begonnen met de kandidaatstelling van de voorzitter van de Tweede kamer. Einstein wist het al: “als je doet wat deed, krijg je wat je kreeg”. Dit land leeft in angst, heeft vooralsnog geen antwoorden en kan dus niet groeien.

Ik kan mijn ogen sluiten; ik heb een vast inkomen, een mooi huis, mijn kinderen zijn op hun plaats, dus wat kan míj gebeuren? Niets, weinig althans en toch voel ik die angst.

“Draai de knop van de televisie om”, zegt mijn vrouw vaak, maar het lukt niet. Ik word keer op keer geprikkeld.

Omdraaien, omdenken…. De komende dagen waait de wind vanuit een andere richting; de temperaturen gaan weer stijgen. Genieten van mijn tuin en wandelen met mijn teckeltje. Laat ik me daar maar aan vast houden.