Rechtvaardigheid 1
In het onderwijs gaan we in beginsel uit van kansengelijkheid. Er zijn momenteel stevige stromingen gaande en we zien dat heden ook terug in de verkiezingsprogramma’s van diverse partijen voor de Tweede Kamer: men wil kansenongelijkheid bestrijden; ieder kind moet gelijke kansen hebben. Een duidelijk statement. Het is alleen zonde dat we dat niet doortrekken en/of kinderen leren omgaan met kansenongelijkheid! Zoals we een leven lang moeten leren zouden we ook een leven lang gelijke kansen moeten krijgen (en uiteraard benutten). Edoch komen we er op latere leeftijd achter dat dat laatste niet het geval is. André Hazes zong dat al in zijn liedje Kleine jongen: “Kleine jongen, op school al zul je merken dat alles draait om cijfers en om macht. Zo is het leven, dus leer wat je moet leren, want dan ben jij de geen die het laatste lacht… “. Op school al zullen we dus onze kinderen moeten leren dat het leven ná school er anders uit gaat zien.
Het lot schudt de kaarten van het leven dat wij spelen. In de boze buitenwereld is er geen kansengelijkheid. Je zult moeten vechten voor je eigen plekje en vaak dan, als je meent je plekje te hebben verworven, zijn er meer dan voldoende bedreigingen. Zo is het leven. Er wordt vaak gesproken over onze “prinsjes en prinsesjes” als we het hebben over onze basisschoolleerlingen. Ergens onderweg in de afgelopen decennia is er een gewoonte ingeslopen om onze kinderen niets in de weg te leggen. Opvoeden is iets geworden van: alles voor mijn kind. Wellicht uit een soort van schuldgevoel? Er is zelfs een term voor bedacht: “helicopterouders”.
Toen ik werkzaam was in het onderwijs en de taak kreeg om binnen mijn gemeente BSO’s (Buitenschoolse Opvang) te organiseren en in te richten heb ik met stomheid kennis genomen van alle regeltjes en do-and-dont’s die in de Kinderopvang golden. Zo moesten bijvoorbeeld alle wanden glad afgewerkt zijn en er mochten geen punaises gebruikt worden om wat op te hangen. Stel je voor dat een kind zich zou kunnen bezeren… Soms waren de voorschriften te gek voor woorden, enkel en alleen om ervoor te zorgen dat onze kleintjes niets kon gebeuren. Logisch dat een enkeling zich begon af te vragen hoe oudere generaties zijn groot geworden (met de gebruikelijke schrammen, builen en bloeduitstortingen) zonder kinderstoeltjes op de achterbank van de auto.
De wereld is niet mooi. Onze wereld is niet rechtvaardig. Willen we onze kinderen op een goede manier opvoeden zullen we hen meer dan voldoende bagage mee moeten geven en hun, vaak, aangeleerde hulpeloosheid ombuigen. Ze moeten stevig in hun schoenen staan. Zeker de HSP-kinderen onder ons. Ze ervaren dat ze anders zijn en hoe eerder ze hun eigen weg weten te vinden in de wirwar van de maatschappij van morgen, hoe beter. Dat begint al bij het spelen, het begint al bij het met anderen leren omgaan. Wikken en wegen van “wat wil ík” en “wanneer kom ik ook aan mezelf toe, als ik eigenlijk de ander wil pleasen t.o.v. mezelf”.
Onderwijs heeft er niet altijd zicht op, laat staan wat ze ermee aan moeten. Zelf pleit ik me niet vrij hiervan. In mijn carrière heb ik te weinig know how gehad om hiermee om te gaan. Dat haal ik nu gelukkig allemaal in. En met mij hoop ik dat ik mijn collega’s warm kan maken voor de bijzondere talenten van onze HSP-kinderen, zodat er toch een beetje kansengelijkheid en rechtvaardigheid kan ontstaan!