003 HSP-Blog Roland    Het doel in mijn leven deel 1   


Van het moment dat ik zeer jong was kan ik me geen doelen herinneren. Mijn moeder zorgde voor het eten, de schone luier en de nodige rust. Naarmate ik ouder werd, ging ik mijn eigen gang en bepaalde daarmee mijn eigen weg. En die weg heb ik nog steeds niet afgelopen; iedere dag geeft nieuwe inzichten en nieuwe doelen. 

Mijn eerste, eigen doelen waren: gaan naar de “grote school”, want daar ging het gebeuren. De kleuterschool was voor de kleintjes en op de grote school leerde je lezen en schrijven. En als je dat kende, hoorde je er écht bij (zeker in een gezin, waarin ik de jongste was en eigenlijk overal achteraan liep. Misschien is daar wel de eerste concurrentiestrijd met mijn broer en zusters begonnen?). Ik ging op judo en turnen. Zeker niet mijn eigen keuze, maar omdat pa bestuurslid was, werd er eigenlijk niet naar gevraagd. En ik ben er niet slechter van geworden. Daarna volgden de voetbal- en de handbalclub. Wel mijn eigen keuzes. Ik wilde graag en veel sporten en deed dat ook meerdere uren per dag. Soms zelfs zoveel dat er meer tijd in sporten ging zitten dan studeren en de leraren van mijn middelbare school opmerkingen gingen maken naar mijn ouders over mijn minder florissante rapporten, omdat ze me altijd buiten zagen “spelen” (ik woonde tegenover mijn school en met een groot plein en basketbal-, c.q. tennis/voetbalveld voor de deur was het niet nodig naar elders te gaan). Ik sportte veel omdat het mijn droom, mijn doel was om sportleraar te worden. 

Dat doel had ik al heel lang: bij de eerste echte screening in mijn leven, de CITO-toets, was de vraag gesteld wat ik later wilde worden, om daarna te kijken welke vorm van onderwijs daarbij zeker moest aansluiten. Dat bleek uiteindelijk de HAVO en mijn CITO-scores bleken ruim voldoende. Uiteindelijk heb ik de HAVO met hangen en wurgen weten af te ronden, maar studeren bleek niet mijn ding. De praktijk sprak mij meer aan: manuele handelingen. En dat is altijd zo gebleven. 

Echter bleek op die HAVO dat ik mijn doelen moest bijstellen. Om naar de sportacademie te gaan moest het vak wiskunde in je vakkenpakket zitten. En laat dat nu net een vak zijn waarin ik echt niet goed was. Mijn doel moest worden bijgesteld, dan wel moest er een omweg gevonden worden. Dat werd de toenmalige Pedac om vandaaruit verder op te stomen. Doelen stellen betekent dus soms ook om niet als een kip zonder kop op je doel af te gaan, maar enige flexibiliteit in te bouwen. Evenals de HAVO werd de Pedac een tijd van hangen en wurgen en kreeg ik mijn eerste burn-out in het tweede studiejaar. Studeren bleek nog steeds niet mijn ding, de praktijk des te meer. Ik stak heel veel tijd in mijn stages, schroomde niet om alles in het werk te stellen om mijn lessen zo leuk en interessant mogelijk te maken. Ja, ik heb het vak in de praktijk geleerd en mijn doel: leerkracht worden, bereikt.